De beelden waren eerst
Beelden zeggen niet,
ze tonen -met de precisie van een armgebaar.
Tonen wat ik niet zeggen kan, maar tonen wil.
⇒
En toen de gedichten
De gedichten zeggen,
wat woorden zeggen kunnen.
Maar verbeelding heet.
⇒
En de dingen?
De dingen doen wat ze zijn -en zijn wat ze doen.
De tafel staat, de lamp schijnt,
de asbak neemt van de pijp de as.
⇒
En de essays?
De essays reflecteren.
Niet als in een spiegel, maar als de zon op het water.
Een blije schittering die geen zon is, en ook geen water.
⇒